Volgens het Memoriaal van de Burgemeester van Monnickendam komt Christoffel "uijt de Purmer". De Purmer was in die tijd geen plaats, maar een polder, wat dus weer inhoudt dat er eerst water geweest moet zijn. Dat was ook zo. Tot aan het begin van de 17e eeuw maakte de Purmer deel uit van een aantal bijzondere binnenzeeën in de provincie Noord-Holland, samen met de Schermer en de Beemster. Deze meren stonden in open verbinding met de Zuiderzee, waardoor het (zoute) buitenwater met elke hoge vloed binnenkwam en knaagde aan de bestaande oevers. Omdat de Purmer het eerste meer vanaf de Zuiderzee was, had vooral dit meer te maken met veel oeverafslag als gevolg van golven en stroming. Dit was, samen met het winnen van landbouwgrond, voor de burgemeesters van Edam en Monnickendam de reden om in 1612 octrooi aan te vragen om de Purmer droog te maken. In 1618 werd met de aanleg van de ringdijk begonnen, welke op 29 oktober 1620 werd voltooid. Met behulp van 15 molens werd, onder leiding van Jan Adriaensz. Leeghwater, in 14 maanden 2682 ha. land drooggelegd. Begin 1622 was het Purmermeer droog en had Nederland er weer 26,8 km2 land bij.

De grond werd verkaveld en er werden wegen aangelegd. In 1624 werd het eerste kind in de Purmer geboren; het kreeg de toepasselijke naam Purmertje Pieters. Na de inpoldering was de Purmer aanvankelijk een landbouwgebied, bevolkt door o.a. de vroegere vissers van het Purmermeer, maar door de grote verschillen in grondwaterstand zijn de boeren in de loop der jaren van akkerbouw overgestapt naar veeteelt of naar gemengde bedrijven. In 1732 woonden er ruim 500 inwoners.
De Purmerpolder is nooit een zelfstandige gemeente geweest. Na de drooglegging werd de grond verdeeld over Edam, Monnickendam, Purmerend en Ilpendam, hoewel het gebied gewoon "de Purmer" werd genoemd.


Tegenwoordig is de Purmer onderdeel van de gemeente Waterland, waartoe ook plaatsen als Monnickendam, Broek in Waterland en Ilpendam behoren. Op de bijbehorende kaart is ook Overleek goed te zien; de plaats waar Christoffel zich in 1762 vestigt. Overleek is een lintdorp dat ligt tussen Ilpendam en Monnickendam. Het dankt haar naam aan het vroegere veenstroompje De Leek. Overleek heeft een agrarisch karakter. Langs de groene weilanden loopt een lint van pittoreske boerderijtjes, waarvan er nog veel in bedrijf zijn. Sommige boerderijen in Overleek zijn al heel erg oud. Het zijn hier de typische Noord-Hollandse "stolpboerderijen", waarvan de stallen, de hooi-opslag en de woonvertrekken zich allemaal in 1 gebouw onder een puntdak bevinden. De eerste stolpboerderijen waren van hout gemaakt, om te voorkomen dat ze onder hun eigen gewicht zouden wegzakken in de slappe veenbodem. Later werd er gebouwd op palen, en konden stenen stolpboerderijen worden neergezet. Om wat meer woon- en bedrijfsruimte te creëren bouwde men later hooihuizen of zogenaamde "kaakbergen": vierkante hooischuren met wanden van zwart geteerde houten planken en met een vaste (pannen) kap.


Terug