Nageslacht van Jan Strobach


II Johann Strobach, geboren op 6 november 1692 in Hemleben ), gedoopt (evangelisch luthers), boer; predikant (evangelisch luthers (op Norderney)) (1720-1731), overleden op 1 februari 1731 in Norderney ) op 38-jarige leeftijd, begraven op 9 februari 1731 te Norderney ), zoon van Jan Strobach (zie I) en Anna Christina Strobachin.
Hij (1) trouwt op 3 juni 1721 in Emden ) op 28-jarige leeftijd met de ongeveer 29-jarige Gretje Janssen Lüningen, geboren omstreeks 1692, overleden op 19 mei 1722 in Norderney ) (ongeveer 30 jaar oud), begraven op 21 mei 1722 te Norderney ).

Kind van Johann en Gretje:

1. Anna Christina Strobach, geboren op 26 maart 1722 in Norderney ), gedoopt op 26 maart 1722 in Norderney ), overleden op 23 februari 1769 in Esens ) op 46-jarige leeftijd, begraven op 28 februari 1769 te Esens ).

Hij (2) trouwt op 25 september 1724 in Hage ) op 31-jarige leeftijd met de 21-jarige Sophia Charlotte Voigting, geboren op 22 juni 1703 in Westerende ), overleden op 8 november 1730 in Norderney ) op 27-jarige leeftijd, begraven op 12 november 1730 te Norderney ), dochter van Pancratius Voigting, pastoor (in Westerende) (1699-1705); pastoor (in Hage) (1706-1747) en Geindel Christine Maesen.

Kinderen van Johann en Sophia:

1. Christina Sophia Strobach, geboren op 3 oktober 1725 in Norderney ) (zie III-a).
2. Gottlieb Strobach, geboren op 7 juli 1727 in Norderney ) (zie III-b).
3. Pancratius Bernhard Strobach, geboren op 30 november 1728 in Norderney ), leraar (op de Duitse en Latijnse school van de Frankische stichting in Halle) (1750), overleden na maart 1750 (minstens 21 jaar oud).
4. Elisabeth Juliana Strobach, geboren op 2 november 1730 in Norderney ), gedoopt op 6 november 1730 in Norderney ), begraven op 17 januari 1731 te Hage ) op 0-jarige leeftijd (2 maanden oud).

Feiten, wetenswaardigheden en opmerkingen (chronologisch):

Op 23-11-1715 studeert hij af aan de Jena universiteit.
De achternaam van Sophia Charlotte komt ook voor als Voigting en Voegting.
Johann wordt in 1720 pastoor op Norderney, maar heeft het daar allerminst naar zijn zin. Zo schijft hij in het kerkboek: “hier in de woestijn, in dit onherbergzame gebied”. Het zal ook niet geholpen hebben dat hij in korte tijd tweemaal weduwnaar geworden is. De eilandbewoners tonen echter geen mededogen en negeren deze “buitenstaander” zo veel mogelijk. Als hij spreekt in de kerk draaien ze hem de rug toe en gaan naar huis. Op 26 januari 1731 roept hij de bevolking bijeen om over de situatie te praten en lijkt er enige mate van verzoening te ontstaan. Op één na geven alle aanwezigen Johann een hand bij het afscheid. Een paar dagen later wordt Johann onder mysterieuze omstandigheden dood in zijn bed gevonden met een koord (de beddelichter, een koord met een handvat dat boven de persoon die slaapt aan de zolder wordt vastgemaakt, en waaraan men zich ’s morgens omhoog kan hijsen) om de hals. Twee artsen proberen de toedracht tot zijn dood op te helderen, maar men vindt geen tekenen van geweld die op moord zouden kunnen wijzen. Gezien zijn christelijke achtergrond vinden ze zelfmoord echter ook niet aannemelijk, dus schrijft men in het kerkboek “dat de Hoogste het beste weet hoe hij overleden is”. Dat de lucht tussen Johann en de bewoners niet geklaard was blijkt uit het feit dat de bewoners in eerste instantie weigeren hem te begraven. Pas na dreigementen van de Kanselier wordt hij begraven.


Gegenereerd met Aldfaer, versie 10.1.