18: Langjökull, Hraunfossar & Viðgelmir

Schema voor maandag 7 augustus 2017:

07:00 Vertrek Reykjavík (A)
08:45 Húsafell (B)
Excursie: Snowmobile tour/Into the Glacier
14:20 Hraunfossar/Barnafoss (C)
15:45 Viðgelmir (D)
Excursie: Cave Explorer Tour
21:30 Borgarnes (E)
 
Totale reisafstand: 220 km.



Langjökull is de tweede gletsjer van IJsland in grootte. We gaan deze gletsjer op én in! Omdat het 2 uur rijden is naar Hotel Húsafell waarvandaan de shuttlebus vertrekt moeten we dus heel vroeg op en zitten we stipt om 7 uur in de auto. IJsland lijkt nog te slapen (het is vandaag een nationale feestdag, dus er is niet echt werkverkeer), dus we komen mooi op tijd aan. De shuttlebus, een 4x4 bus, brengt ons over een smalle gravelweg in een half uurtje een eind bergop naar "Klaki base camp". Daar worden we voorzien van een passende uitrusting. Vervolgens gaan we in een 8x8(!) terreinwagen/bus/tank/whatever (zie foto) de gletsjer op tot we bij het verzamelpunt komen waar een rij sneeuwscooters op ons staat te wachten. Na de nodige instructies in ontvangst te hebben genomen gaat René achter het stuur en is Astrid de passagier achterop.

Met 1 begeleider voorop en 1 achteraan de stoet gaat het bergop; eerst over een aantal ijsplaten (de scooter voor ons raakt uit balans en gaat op zijn zij), maar later over sneeuw. Dat valt allemaal nog niet mee. Hoewel je alleen maar gas hoeft te geven en te remmen (indien nodig) zorgt de oneffen ondergrond ervoor dat je stevige klappen op het stuur krijgt; je gaat geen moment gewoon rechtuit en bent continu aan het bijsturen. Door met je lichaam (net als bij het skiën) tegen de berg aan te hangen (en niet naar het dal) hou je dat ding in balans. Voorzicht zijn met gas geven, want er zit een enorme power in dat ding.


Na een half uurtje bereiken we de ingang van een "ijstunnel". Dit is een door de mens gemaakte tunnel van 540 m lang (een beetje in de vorm van een cirkel) en bevat diverse "kamers". Om die tunnel te maken is 14 maanden lang iedere dag gewerkt en is 5500 m3 ijs en sneeuw verwijderd (en verderop weer aan de gletsjer teruggegeven). Hij bestaat pas 2 jaar. Op een bepaald moment lopen we 25 m onder het oppervlak met nog steeds 200 m dik ijs onder ons. Hoewel de positie van het tunnelsysteem zodanig gekozen is dat het het minste last heeft van de bewegingen van de gletsjer moeten er ieder jaar herstelwerkzaamheden plaatsvinden. Hoe dieper we komen, hoe meer blauw we in het ijs zien. Dat komt omdat de zuurstof er onder druk uitgeperst wordt. In het begin is de akoestiek slecht (de zuurstof in het ijs absorbeert geluid), maar dieper hoor je een mooie galm (onze gids zingt een IJslands liedje om dat aan te tonen). Er zitten uiteraard ook scheuren in de gletsjer; we komen er eentje tegen van 40 m diep en een paar honderd meter lang. Zeer interessant allemaal. Na anderhalf uur staan we weer buiten in de sneeuw en moeten we, op de sneeuwscooter, weer terug naar beneden. Helaas krijgt Astrid niet even de kans om die scooter uit te proberen, maar gaat de stoet meteen bergafwaarts, dus neemt René weer plaats achter het stuur. Die tweemaal een half uurtje sneeuwscooter zorgen er in ieder geval voor dat René 2 dagen spierpijn in zijn armen heeft… Al met al was dit tripje een bijzondere ervaring!


Omdat we wat later terug zijn dan verwacht gooien we de planning wat om. Eerst is het weer eens tijd voor een waterval (Hraunfossar). Een heel bijzondere, want deze is maar liefst 1000 m breed. Het water komt UIT de wand van een lavaveld en wordt dus niet gevoed door een riviertje. Lava is poreus en dit lavaveld is 52 km lang. Al het smeltwater en de regen die erop valt zakt door de poreuze lava tot het op een hardere onderlaag komt en stroomt vervolgens onder de grond verder tot hier bij de rand.


Laatste attractie van vandaag is de lavagrot Viðgelmir, die aan het eind van een 10 km lange, hobbelige gravelweg ligt. Viðgelmir is de grootste lavagrot in IJsland (voor zover men weet, want men schat dat er zeker 7000 lavagrotten/tunnels op IJsland moeten zijn), vooral door zijn breedte en hoogte. Als we parkeren staan we naast een auto met een lekke band. Met medelijden denken we aan het arme gezin dat straks uit de lavagrot komt... We gaan, natuurlijk onder begeleiding van een gids, 600 m de tunnel in en zien allerlei mooie formaties en kleuren. Lavagrotten (of -tunnels) ontstaan doordat stromende lava aan de bovenkant afkoelt waardoor uiteindelijk een harde korst (het dak) ontstaat. Daaronder blijft de lava stromen totdat de toevoer van lava stopt en de tunnel "leegstroomt". Dergelijke tunnels kunnen tientallen km lang zijn en zijn in feite moeilijk te vinden. Vaak wordt zo’n tunnel pas gevonden als een deel van het dak instort, zodat een opening zichtbaar wordt. Dat is ook bij Viðgelmir het geval geweest. Na de rondleiding blijven we nog even in de kantine hangen met een bakkie koffie en thee, want we moeten nog een flink stuk rijden. Even mentaal voorbereiden dus. 😉


Het is inmiddels 18 uur en moeten nu nog 2 uur terug rijden naar Reykjavík, dus het wordt een latertje. Als we na een uurtje boodschappen gaan doen, merkt René dat het sturen zwaarder gaat dan anders en vreest voor een zachte/lekke band... En ja hoor... die gravelweg naar Viðgelmir heeft zijn tweede slachtoffer gemaakt...


Goed, we hebben een leaseauto, dus bellen we de berijdersservice van de leasemaatschappij. Die belt vervolgens de zustermaatschappij van de ANWB in IJsland. En die belt ons. Vanwege de feestdag is er niemand bereid ons te komen halen tenzij we (= de leasemaatschappij) daar 500 euro voor over hebben. We krijgen het advies een hotel in de omgeving te zoeken (we staan toevallig aan het begin van een stadje (Borgarnes) en dan worden we morgenvroeg "first thing" geholpen. Na overleg met de leasemaatschappij gaat die akkoord, wij trekken te voet de stad in, kunnen de laatste beschikbare kamer van het plaatselijke Hotel Borgarnes krijgen (pfoei...), dus eindigen wij de dag in Borgarnes en niet in Reykjavík. Maar dan wel in een bar...


Tips:

De ijsgrot is ook zonder het gebruik van sneeuwscooters te bereiken. Ook dan heb je de shuttlebus nodig naar Klaki base camp. Je wordt dan met die monsterlijke 8x8 rechtstreeks naar de ingang van de ijsgrot gebracht. Ga je wel met de sneeuwscooter hou er dan rekening mee dat iedere bestuurder zijn rijbewijs moet laten zien. Overigens: in de zomer is het onder goede condities mogelijk zelf naar Klaki base camp te rijden, maar informeer van tevoren of dat met jouw auto mogelijk is.
De weg naar Viðgelmir heeft alleen vandaag al 2 lekke banden opgeleverd. Waarschijnlijk zijn de stenen die voor de weg gebruikt zijn scherper (of nog nieuw) dan op andere wegen. Hoewel de meeste auto’s er zonder kleerscheuren vanaf komen is het wellicht toch verstandig de snelheid op deze weg wat aan te passen…

Voor alle foto's en video's (36) van vandaag: klik hier.


Terug