07: Mono Lake & Panum Crater

Planning voor donderdag 16 juli 2009:

08:00 Vertrek Mono Vista RV Park (Lee Vining)
08:20 Aankomst Mono Lake
Bekijken van de tufa's (wandeling van ongeveer 4,5 km)
09:50 Vertrek Mono Lake
10:00 Aankomst Panum Crater
Wandeling van 3,5 km naar en in de krater
12:00 Vertrek Panum Crater
19:30 Aankomst Charleston Peak RV Resort (Pahrump)
 
Totale reisafstand: 296 mijl/476 km.



Werkelijkheid:

Vanmorgen zijn we weer om 8 uur op pad; dat schema zit er lekker in. Dat moet vandaag ook wel, want dit wordt de langste etappe van de rondreis. Maar eerst gaan we naar Mono Lake, dat bekend staat om zijn kalksteenformaties die tufa's genoemd worden. Het duurt echter even voordat we de goede weg naar de South Tufa Area gevonden hebben, omdat we niet goed opletten, waardoor we pas tegen negenen de parkeerplaats bereiken. Mono Lake is een meer van 150 km2 en heeft geen uitgang. Het zoutgehalte van het meer is 2,5 maal dat van de zee. De garnalen die in het meer leven en de miljoenen en miljoenen zwarte alkaline vliegjes vormen in feite een buffet van 150 km2 voor de 80 vogelsoorten die er leven. Het is een prachtig gebied met een eigen eco-systeem. De tufa's zijn onder water gevormd, maar doordat de waterstand lager is geworden (doordat water van toevoerende rivieren werd afgetapt voor de watervoorziening van Los Angeles), zijn ze boven water komen te liggen. Het aftappen is inmiddels gestopt waardoor het waterniveau zich langzaam hersteld. We lopen niet de geplande wandeling van 4,5 km (om iets van de verloren tijd in te lopen), maar wandelen op ons gemakkie door het gebied waar de meeste tufa's staan. Na ongeveer 3 kwartier houden we het voor gezien, maar je kunt hier makkelijk méér tijd doorbrengen.


Iets verderop ligt Panum Crater, een slechts 600 jaar oude vulkaan. Het is vanaf Mono Lake slechts een minuut of 10 rijden, maar er staat nergens aangegeven waar je zou moeten parkeren. Op goed geluk gaan we van de doorgaande weg af en parkeren we op een open terrein. De wandeling naar Panum Crater gaat over een zachte ondergrond van zand en kleine steentjes. Het loopt niet makkelijk, ondanks dat het hoogteverschil slechts 86 meter is. De zon brandt en het is alweer erg warm, hoewel het nog vroeg is. Ook de wandelpaden staan niet aangegeven; er lopen alleen een aantal zanderige "dirt roads", maar die lijken ons niet naar de top te voeren. Uiteindelijk besluiten we dan maar de korste weg te nemen, en dat is doorgaans een rechte lijn, dwars door het landschap. Zo klûnen we naar boven. Eenmaal op de rim zien we schuin beneden ons een parkeerplaats die beduidend dichterbij ligt; er staat zelfs een informatiebord! We hadden misschien even door moeten rijden...

Het rondje over de rim slaan we over; we gaan direct de krater in. Nou ja, "in"... na een klein stukje afdalen moeten we toch weer klimmen de "kegel" op. De krater is niet echt "mooi" te noemen, het is rotsachtig en bergachtig; het enige dat het een vulkaankrater doet lijken is de ronde vorm en de aanwezigheid van lavagesteente. Het uitzicht op Mono Lake en de omgeving is wél mooi. Conclusie: Panum Crater is niet groot, niet bijzonder mooi of spectaculair, maar als je, zoals wij, nog nooit een vulkaankrater gezien hebt, is het zeker de moeite waard. Na anderhalf uur zitten we weer in de camper.


Dan begint de 286 mijl lange rit naar Pahrump. We doen nog even uitgebreid inkopen in Bishop, waar de hitte ons tegemoet komt als we de airco uit stappen. Als een volleerd Amerikaan neemt René, met zijn Starbuck's koffie, weer achter het stuur plaats voor het laatste (en langste) stuk. Maar dan maakt hij een bijna kapitale vergissing. Vanochtend hebben we nog getankt en dat zou toch genoeg moeten zijn voor de rest van de dag, maar eenmaal op de lange eenzame wegen door de woesternij van Nevada merken we opeens dat de benzinemeter op "E" staat. En je hoeft niet gestudeerd te hebben om te bedenken wat dat betekent... We snappen er niets van, hebben die bergpassages dan zoveel brandstof gekost? We hadden getankt totdat de pomp vanzelf afsloeg; dat dat precies bij $ 75,00 was leek ons alleen maar toeval, maar nu begrijpen we dat als je met een creditcard tankt je maximaal 75 dollar meekrijgt. De tank was dus helemaal niet vol! Snel laat René TomTom het dichtsbijzijnde tankstation opzoeken. Die is 47 mijl verder... Dat gaan we nooit redden (we hebben daar zo'n 6 gallon voor nodig). René laat de snelheid teruglopen van 70 naar 60 mijl per uur om brandstof uit te sparen, en het zweet breekt ons uit bij de gedachte dat we straks misschien stilstaan in de middle of nowhere; de nachtmerrie van iedere campertoerist! Iets verderop zien we wat bomen en huizen aankomen; we besluiten daar te vragen of we ergens benzine kunnen krijgen. Blijkt het een bezinestation te zijn!!! Pfffffffff... We tanken dit keer met René's bankpas (een debitcard) en kunnen slechts voor 50 dollar tanken; we tanken dus ook nog een keer met de pas van Astrid en weer gaat er 50 dollar in. Er is nu ruim 35 gallon getankt op een tankinhoud van 40 gallon en hij is nog niet vol... We waren écht niet veel verder gekomen...


De laatste 80 mijl gaan nu als een zonnetje; onze dag kan niet meer stuk. Als we Pahrump binnenrijden moeten we volgens TT nog 12 mijl tot de campground. Is dit dan zo'n grote plaats? Ja dus. Ruim opgezet en zonder hoogbouw ligt midden in een vrij dorre vlakte Pahrump. Met minstens 7 campgrounds (voor zover we ze hebben kunnen zien). Om 7 uur kloppen we op de deur van de beheerder. We parkeren snel in (achteruit uiteraard, maar de plekken naast ons zijn leeg), en dan duiken we het zwembad in. Echt verkoelend is dat niet; het is in Pahrump 41 graden geweest en dan wordt dat zwembad er niet frisser op, maar lekker is het wel. Om 10 uur 's-avonds is het nog 30 graden, de dak-airco in de camper staat continu aan, de koelkast kan het bijna niet meer bolwerken en mede door het gebruik van allerlei opladers valt tot 2 keer alle stroom uit. De eerste keer zoeken we ons (in de hitte) een ongeluk naar de plek waar de zekeringen zitten, want dat staat niet in de handleiding. Uiteindelijk vinden we die onderaan de zijkant van ons bed... een logische plek toch? 😉


Al met al een bewogen dag en we hopen nu op wat nachtrust, wat in die hitte vast niet zal meevallen. Morgen zal het nog wel warmer worden, want dan gaan we naar Death Valley.


Tips:

Tussen Bishop en Pahrump ligt 360 km woestijn en gebergte. Inkopen moet je dus in een van beide plaatsen doen. En tanken misschien ook... 😄
Als je gaat tanken en aan de pomp zelf wilt betalen met een creditcard of een debetcard (onze gewone bankpas), dan kan er een limiet op zitten qua bedrag. Die limietbedragen kunnen van pomp tot pomp verschillen en soms is er ook helemaal geen limiet. Het komt ook voor dat je een 5-cijferige postcode moet intikken voordat je gaat tanken, en dat werkt voor ons niet. Je zult dan naar binnen moeten om je creditcard af te geven; er zit dan geen limiet meer op het te tanken bedrag. Goed om rekening mee te houden; wij waren bijna in het plaatselijke suffertje gekomen...

Voor meer foto's (43) van vandaag: klik hier.


Terug