05: De oude stad Pingyao

Schema voor dinsdag 23 juli 2019:

06:00 Vertrek Hotel Cote Cour Beijing met privéauto en chauffeur (A)
06:30 Station Beijing Xi (West) (B)
08:05 Vertrek station Beijing Xi (West) met trein G627
12:07 Station Pingyao Gucheng (Ancient Town)
12:15 Vertrek station Pingyao Gucheng (Ancient Town) met hoteltransfer (A)
12:35 New Dragon Gate Guest House (B)
 
Totale reisafstand trein: 606 km.
Totale reisafstand auto: 24 km (15 in Beijing; 9 in Pingyao).



Omdat we de door ons gewenste trein niet konden krijgen hebben we moeten uitwijken naar eentje die een stuk vroeger vertrekt: om 8:05 uur. Voordeel is dan wel dat we eerder in Pingyao zijn en daar dus wat meer tijd hebben, maar toch. We hebben vandaag dus een vroege start, want het is onze eerste treinreis en dat is toch een beetje spannend. Ook vertrekken we vanaf station Beijing West, en dat station is zeker tweemaal zo groot als Amsterdam-Centraal, dus we willen er ruim op tijd zijn. Om 6 uur staat onze chauffeur klaar, en wij ook. Ontbijt krijgen we mee en nuttigen we wel op het station. De straten van Beijing zijn nog nagenoeg leeg, maar als we langs het Plein van de Hemelse Vrede rijden staat dat al vol met toeristen. We zien meerdere vlaggetjes dragende gidsen. Het toerisme is op dit vroege uur al in volle gang! Bizar.

De chauffeur parkeert onder het station en loopt met ons mee om ons de weg te wijzen. Bij binnenkomst in het station worden tickets en paspoorten gecontroleerd, de bagage gaat door de scanner en wijzelf moeten door een detectiepoortje. Veiligheid staat ook hier voorop. Op grote informatieborden staat aangegeven welke trein hoe laat vertrekt, en naar welke wachtruimte je moet gaan. Veel informatie staat ook in het Engels, dus we zitten in no-time in de juiste wachtruimte en hebben nog anderhalf uur te gaan. Genoeg tijd om ons ontbijt te eten. Veel Chinezen hebben iets van noodles bij zich en tappen ergens heet water dat gratis verkrijgbaar is. Koud water zien we niet.

Een half uur voor vertrek zien we op de grote matrixborden in de wachtruimte (ook in het Engels) dat we aan boord mogen. Nog eenmaal ticketcontrole, het juiste perron opzoeken (eigenlijk gewoon de meute achterna) en de trap af naar het perron. Daar kan je dus pas komen als het tijd is voor jouw trein; eerder niet. De rijtuigen van de trein zijn genummerd, en op de rand van het perron staat aangegeven welk rijtuig waar de deuren zal openen. Ook allemaal erg makkelijk. We hebben gereserveerde plaatsen in de eerste klas. Ruime stoelen en heel veel beenruimte. Een tafeltje dat als werkplek kan dienen, de airco op een plezierige stand. Zo is reizen met de trein goed vol te houden en De Reisleider heeft een prima plek om aan zijn verslag te werken. 😄


Stipt om 8:05 uur vertrekken we voor een rit van 606 km die we in 4 uur en 2 minuten moeten afleggen. De snelheid loopt al snel op tot 300 km/u en dan zit je nog steeds rustig in je stoel. Het landschap is afwisselend met berggebieden (met vele tunnels; we schatten zeker 150 km aan tunnels!), vlakke stukken en grote steden met veel hoge flats van 30 verdiepingen of zo. We krijgen wat te eten en te drinken, en regelmatig komt er een dame met een trolley langs die spullen (niet alleen eten) verkoopt. En er wordt continu schoongemaakt. De stoelen kunnen ook een flink stuk naar achteren kantelen, zodat we lekker een beetje weg kunnen dommelen. Een aangename rit.


Uiteraard komen we ook stipt op tijd aan op het station van Pingyao. Buiten het station staat een chauffeur van het hotel met onze naam op een bordje die ons naar het hotel brengt. En als we al dachten dat ze alleen in Beijing zo krankzinnig rijden, dan weten we nu wel beter. We komen een tuktuk tegen die tegen het verkeer in rijdt en iets verderop rijdt iemand achteruit op een driebaansweg, omdat hij een afslag gemist heeft. Verder de gebruikelijke taferelen van niet richting aangeven en je kriskras door het verkeer begeven. Astrid slaakt nog een kreet als ze denkt dat een aanrijding onvermijdelijk is, maar de chauffeurs hebben alles onder controle. 😉


Pingyao staat bekend als de best bewaard gebleven omwalde stad van China en heeft slechts 40.000 inwoners, wat voor Chinese begrippen dus erg weinig is. De stadsmuur uit de Ming-dynastie (1368-1644) is 6 km lang en nog volledig intact (de eerste stadsmuur hier werd overigens bijna 3000 jaar geleden gebouwd). Tijdens de Ming- en Qing-dynastie (1644-1911) was Pingyao een bloeiende handelsplaats; de eerste banken ontstonden hier. De oude binnenstad is autovrij. Ons hotel ligt binnen de stadsmuren van Pingyao Ancient Town, maar nog net buiten het autovrije gebied. We worden ontvangen door een man met een vertaalapparaat, zodat we enigszins kunnen communiceren. Hij spreekt Chinees in, het apparaat vertaalt naar het Engels, in geluid en in tekst. Gaat niet altijd vloeiend, maar het werkt. Hij vertelt dat we een gratis upgrade krijgen naar een King suite, dus dat begint goed. 😄 We hebben inderdaad een zeer ruime kamer met o.a. een bed van ongeveer 2 bij 3 meter, automatisch te bedienen gordijnen en airco en een toilet met zetelverwarming. Alsof onze geharde Hollandse billen niet tegen een onverwarmde zitting kunnen... 😉


Te voet trekken we Pingyao in. De oude stad (binnen de stadsmuren) meet slechts 1,5 bij 1,5 km, dus het valt te overzien. Wel is het 35 graden met een strakblauwe lucht, dus die zon voelen we goed. Het is een prachtig stadje met veel oude tempels, oude banken (het moderne banksysteem in China is hier ontstaan) en heel veel kleine winkeltjes en kraampjes. En een stadsmuur natuurlijk. We bekijken achtereenvolgens:

De Rishengchang bank, het oudste bankgebouw van China, opgericht in 1823. Eigenlijk een klein dorp met pleintjes en verschillende gebouwen. Er was ook slaapgelegenheid en een keuken.
   
De City God Temple, een flinke tempel van 7300 m2 uit de Song-dynastie (960-1279), en daarna tweemaal herbouwd als gevolg van brand. Het bestaat uit meerdere hallen en pleinen.
Het Negen Draken Scherm aan de zijkant van het theater. In China bestaan 4 van dergelijke muren. Negen verschillende Chinese draken sieren de muur.
De tempel van Confucius, nog groter dan die van de City God (verschil moet er zijn, niet?). Het hele complex beslaat maar liefst 35.800 m2 en bestaat uit 5 pleinen en vele gebouwen. Zijn oorsprong gaat terug tot de Tang-dynastie (618-908), en is een van de oudste en best bewaard gebleven tempels van China.
   
De zuidelijke stadspoort en een stuk van de muur. We lopen een stukje over de 12 meter hoge muur, die wegens herstelwerkzaamheden niet helemaal rondom te lopen is op dit moment. Dat waren we ook niet van plan, want er is weinig schaduw en is het dus nogal heet. Wel heb je vanaf de muur een mooi zicht op de oude stad.

We proberen hier en daar wat van de voedselstalletjes die van alles te koop hebben waarvan wij geen idee hebben wat het is. Niet alles is even lekker (volgens Astrid), maar René werkt alles weg (als je bij hem op zijn tenen gaat staan gaat zijn mond vanzelf open, dus je kan er alles in kwijt...). Pingyao beef is hier een van de specialiteiten, dus dat moet René ook proberen. Lijkt nog het meest op corned beef. Uit blik. 😄 De avond brengen we in rust door op onze kamer; even een momentje voor onszelf.


Vandaag maken we voor het eerst mee dat er mensen zijn die met ons (René in dit geval) op de foto willen. Twee mannen van rond de 30 komen bij toerbeurt naast hem zitten, zodat de ander een foto kan maken. Twee mannen... als het nou een paar knappe jonge meiden waren... 😉 Wel vragen ze eerst of het mag. Met regelmaat worden we aangestaard door toch voornamelijk jonge Chinezen en soms waagt er eentje een poging om wat in het Engels tegen ons te zeggen. "Hello" wordt er dan duidelijk in onze richting geroepen. Als we dan antwoorden met "ni hao" zijn ze helemaal blij. Het is een vriendelijk volk.


We zien ook hoe de moderne tijd zijn intrede heeft gedaan in China. Bij iedere winkel of stalletje, hoe klein ook, staat of hangt een bordje met een QR-code (zie bijv. foto 14 van vandaag). Als er iets gekocht wordt scant men met de telefoon die code, tikt het bedrag in en laat dat aan de verkoper zien. Drukken op OK en er is betaald. Je ziet hier geen Chinezen met geld of een bankpasje; alles gaat met de telefoon. Alleen wij (de toeristen) lopen met stapels bankbiljetten...


Tips:

Als je in Pingyao overnacht is het handig een hotel te zoeken dichtbij de oude binnenstad, zodat je daar lopend naartoe kan. Vooral 's avonds is het er erg gezellig.
In deze streek is men gewend op harde bedden te slapen. Ons hotel is daarop geen uitzondering. Bedden zijn van steen of hout, en de matras is misschien 3-4 cm. Door je dekbed op te vouwen en daarop te gaan liggen kan je nog iets meer "demping" verkrijgen, maar erg comfortabel is het hier niet.
Overal in China waar wij eten bij een stalletje op straat gekocht hebben was de kwaliteit goed. Waarschijnlijk is het zo dat hoe drukker het is, hoe beter het eten. Gebruik je gezonde verstand en kijk hoe het eten wordt bewaard en bereid. Er is veel lekkers te krijgen op straat en het is niet duur!

Voor alle foto's en video's (40) van vandaag: klik hier.


Terug