Home
Inleiding
3-2-1-Go!
Op naar de boot
Relaxen op zee
Norðoyggjar
Streymoy & Vágar
Tórshavn
Oostkust
Jökulsárgljúfur
Goðafoss en meer
Mývatn
Walvissen spotten
Het noorden
Vestfirðir
Svalvogar
Snæfellsnes
Vesturland
Reykjavík
Langjökull
Reykjanes
In een Vulkaan!
Þingvellir
Geysir
Landmannalaugar
Zuidkust
Skaftafell
Vatnajökull
Lagarfljót
Bye bye IJsland
Op zee
Thuisreis
Gastenboek
Terug
05: Streymoy & Vágar (Saksun, Trælanípa)
Schema voor dinsdag 25 juli 2017:
08:45 | Vertrek Tórshavn (A/J) |
09:35 | Fossá waterval (B) |
09:45 | Haldarsvík (C) |
10:30 | Saksun (D) |
12:40 | Hvalvík (E) |
13:20 | Miðvágur (F) |
Wandeling: 10,5 km; 270 m; 3:25 uur | |
17:35 | Gásadalur (H) |
19:50 | Tórshavn (A/J) |
Totale reisafstand: 196 km. |
Na het noordoosten is nu het noordwesten aan de beurt, met nog spectaculairdere natuur dan gisteren. We hebben een rustige start en rijden eerst naar Fossá, de waterval die we gisteren van enige afstand bekeken hebben. Van dichtbij ziet hij er toch wel wat beter uit. In totaal valt het water hier 140 meter naar beneden, maar zoals verwacht kunnen we het bovenste gedeelte niet goed zien. Het is nog wel mogelijk om via een smal paadje hogerop te komen, maar we moeten nog genoeg wandelen vandaag, dus dat doen we maar even niet.
We vervolgen de weg langs de oostkust van Streymoy, die overgaat in een eenbaans weggetje, naar Haldarsvík, een gehucht met een achthoekig (octogonaal in vaktermen) kerkje, mooi aan het water gelegen. Het is hier erg rustig; de stilte is "oorverdovend". 😄 We kunnen het kerkje niet van binnen bewonderen (zoals de meeste kerkjes hier én op IJsland afgesloten zijn), dus na even de benen gestrekt te hebben stappen we weer in de auto om dezelfde 11 km terug te rijden naar Streymnes, waar we de afslag nemen naar Saksun, een wederom 11 km lange eenbaansweg, al zijn hier in het laagland voldoende uitwijkplekken mochten we een tegenligger ontmoeten.
Saksun is een heel klein "dorpje" dat letterlijk aan het eind van de wereld lijkt te liggen. De weg die we net gereden hebben is de enige manier om er te komen. Saksun ligt aan een vrij diepe inham, welke in de loop der tijd gedeeltelijk is dichtgeslibd, zodat er nu een soort lagune is ontstaan met een grote zandbank. Bij laagtij kan je een flink stuk over die zandbank lopen richting open zee. Maar wanneer is het laagtij? We wagen het erop en komen op een punt dat we, tegen de rotswand geplakt, nog net de zandbank kunnen bereiken met droge voeten. We lopen nog een paar honderd meter door, maar zijn er toch niet helemaal gerust op dat we zonder natte voeten te krijgen terug kunnen, dus keren toch maar om. Hmm, het droge randje langs de rotsen is niet meer... 😉 Gelukkig hebben we onze bergwandelschoenen aan en die kunnen wel tegen een stootje; we houden nog nét droge sokken. Gezien de snelheid waarmee de vloed hier opkomt hadden we geen 10 minuten later moeten zijn...
De omgeving is hier erg mooi; overal valt weer water naar beneden (nee, geen regen, we hebben nog steeds "last" van een lekker zonnetje!). We lopen nog even naar het kerkje dat op een heuvel ligt, en waar vandaan je dus een mooi uitzicht hebt over de plek waar we net gelopen hebben en besluiten dan een bakkie te doen bij het plaatselijke "cafeetje", dat net de deuren opent. Het zelfgebakken gebak smaakt ons prima, als een dame met microfoon ons benadert. Zij en een collega met buitenmodel camera maken een reportage voor tv (zeg maar Hart van Faeröer) over dit eettentje dat net deze zomer is overgenomen door 2 jongedames. Er wordt even wat in scene gezet wat ons extra koffie en gebak oplevert, dus wij vinden het allemaal prima. Mochten jullie dus vanavond naar de Faeröerse tv kijken: kijk niet raar op als wij voorbijkomen... 😄 Al met al kost het ons geen enkele moeite om 2 uur in Saksun door te brengen.
Op weg naar de hoofdattractie van vandaag stoppen we nog even in Hvalvík, waar het oudste kerkje (uit 1829) van de Faeröer staat. Ook deze zit hermetisch op slot, dus het "oponthoud" duurt slechts enkele minuten. In Miðvágur parkeren we de auto en maken we ons klaar voor de langste wandeling van de hele vakantie: 10,5 km naar een bijzonder stukje natuur: een langgerekt meer (Leitisvatn), dat op 35 m hoogte ligt, maar vlak aan zee. Een 35 m hoge waterval zorgt voor de verbinding. Vanaf de naastgelegen steile klif Trælanípa, die 142 meter recht omhoog uit zee oprijst moet je hier een mooi zicht op hebben. We maken er een rondwandeling van, door iets landinwaarts richting die klif te lopen, en langs het meer terug. Hoewel veel toeristen deze wandeling lopen is het pad heen nou niet bepaald een geplaveide weg. Oneffen, kronkelend, beekjes overstekend; je hebt hier toch echt goede schoenen nodig! Op het laatste stuk staan grote zakken stenen klaar, dus de volgende toeristen krijgen het een stuk makkelijker... 😄 Aan de voet van de klif aangekomen hebben we al een schitterend uitzicht op de steile rots, maar helaas hebben we de zon tegen als we foto’s gaan maken. Je kunt niet alles hebben… Dan volgt de klim naar boven. Trælanípa staat iets schuin in zee, zodat je vanaf het topje terug kunt kijken op het meer, dat vlak langs de kustlijn lijkt te lopen. Enfin, bekijk de foto's maar...
De klif heeft trouwens heel wat doden op zijn geweten, want in de Vikingtijd was het een ideale plek voor de Vikingen om van hun overtollige/uitgewerkte slaven af te komen...
Via Bøur (G), waar je een mooi uitzicht hebt over de eilanden Tindhólmur, Gáshólmur and Mykines bereiken we de laatste hotspot van vandaag: Gásadalur. Deze wereldstad (met maar liefst 14 inwoners) is pas sinds 2006 via de weg bereikbaar door de aanleg van een 1,7 km lange, jawel, eenbaanstunnel. De meest gemaakte foto van de Faeröer is die van de waterval met het dorpje Gásadalur op de achtergrond. In een soort van cafetaria eten we een klein hapje en dan moeten we de hele weg over het eiland Vágar weer terug... Na een korte stop in Leynar (I), waar eigenlijk niet veel te zien is rijden we terug over de bergen naar Tórshavn.
Als we bij ons onderkomen (we huren een slaapkamer bij Evi, en mogen verder van haar hele huis gebruik maken) aankomen is de deur "los". Die doen ze hier nooit op slot. Hoeft niet... Als we Evi proberen uit te leggen waar we geweest zijn hebben we al snel een landkaart nodig, want ze begrijpt helemaal niets van onze uitspraak van al die rare namen... 😉
O ja, even klagen over de prijzen... Eén keertje dan... Bijna alles is duur. Voor een flesje cola van een onbekend merk en een kop thee mag je 8 euro afrekenen. We wisten het van te voren, maar het blijft bizar. Nee, dan kan je beter benzine drinken, want die is hier een stuk goedkoper dan bij ons. Dat dan weer wel. 😄
Tips:
› | Vandaag de tweede toltunnel (tussen Vágar en Streymoy). Betalen doe je alleen als je richting Streymoy rijdt, en wederom bij een benzinestation. |
Voor alle foto's (40) van vandaag: klik hier.