26: Huangshan

Schema voor dinsdag 13 augustus 2019:

08:00 Vertrek Cha Hotel met hoteltransfer (A)
08:15 Shuttle bus station (B)
09:00 Onderaan kabelbaan
09:55 Bovenaan kabelbaan
Wandeling: 6,5 km; 440 m; 4:35 uur
14:30 Paiyunlou Hotel
17:45 Vertrek Paiyunlou Hotel
18:15 Purple Cloud Peak
19:15 Paiyunlou Hotel
 
Totale reisafstand bus: 9 km.
Totale reisafstand auto: 6 km.



De wekker gaat om kwart voor 7, want we willen niet te laat het park in, omdat het hier ook wel weer druk zal zijn. Na het ontbijt brengt een medewerker van het hotel ons (voor niets) naar de bushalte van de shuttlebus. Dat is toch nog wel een stukje rijden, waarbij de rit vertraagd wordt door een tegemoetkomende truck met oplegger, die met grote moeite een haarspeldbocht weet te nemen. Heeft toch even 10 minuten geduurd.


Huangshan (letterlijk: Gele Bergen) is een berggebied van 250 km2 met als hoogste punt 1864 m (Lotus Peak). Volgens de Chinese autoriteiten is dit gebied bekend om zijn door wind gevormde dennenbomen, spectaculaire granieten pieken, wolkenzeeën en hete bronnen. De naam komt voort uit de lente, als hier vele gele bloemetjes in bloei staan. Het is een populaire bestemming, dus we moeten ook hier weer grote hoeveelheden Chinezen verwachten. De verschillende wandelroutes die hier lopen zijn vanaf beneden te doen, maar er zijn ook diverse kabelbanen om de hoogteverschillen wat te beperken. De toppen liggen zo’n 1000 m hoger dan de dalen, dus we kiezen dan ook voor de kabelbaan om boven te komen.


Bij de shuttlebus is de rij niet lang en al gauw rijden we naar boven. Maar onderweg komen we tientallen lege bussen tegen, op weg naar beneden. Dat doet het ergste vrezen... Aangekomen bij het dalstation van de Yunlu kabelbaan zien we de rijen Chinezen (en een enkele westerling) voetje voor voetje door de inmiddels bekende smalle paadjes gaan. Het gaat gelukkig sneller dat verwacht, want we zitten net binnen het uur in het gondeltje. Bovenaan ziet het er ook weer vertrouwd uit: een mierenhoop van Chinezen. Alleen maken mieren niet zo'n herrie. De gidsen die luidkeels in hun microfoon staan te schreeuwen proberen elkaar blijkbaar te overstemmen. 😫


We gaan gauw op pad om uit de meute te komen, maar iedereen gaat hier dezelfde kant op dus dat wordt lastig... Afgezien van die schreeuwende gidsen is er nog een ergernis op dit soort wandelpaden: Chinezen denken totaal niet aan anderen. Ze lopen rustig 3-4 breed en nemen het hele pad in beslag zonder zich te bekommeren of ze wellicht snellere wandelaars ophouden. Ook kunnen ze opeens midden op het pad stilstaan, of gaan zitten. Tegemoetkomend verkeer blijft gewoon links lopen, zodat we er omheen moeten. Maar we leren snel. Tegenwoordig maken we ons breed als er tegenliggers komen en botsen we er rustig tegenaan. Daar schrikken ze van en dan gaan ze vlug terug naar "hun helft". Ook mensen voor ons die in de weg lopen duwen we rustig opzij. Pas dan doen ze schuldbewust. Astrid roept regelmatig "sssst" als een gids te luidruchtig is en dat blijkt toch te werken. Het is dus niet dat Chinezen geen rekening willen houden met anderen; ze hebben het gewoonweg niet in de gaten. Dat zie je in het verkeer ook. Ze rijden van een zijstraat zonder te kijken de hoofdweg op en als er wordt getoeterd is dat het sein om even te wachten. Als je claxon het niet doet kan je hier echt de straat niet op. 😁


Goed, we banen ons een weg door de Chinezen en volgen het door De Reisleider uitgestippelde pad, waarbij we zo'n beetje alle uitzichtpunten in de buurt aandoen. We passeren o.a. Stone Bamboo Root, Mushroom Pavilion, Harp Pine, Beginning to Believe Peak en Black Tiger Pine. Chinezen hebben blijkbaar geen gebrek aan inspiratie als het gaat om het bedenken van namen. Volgens Chinese kaarten lopen we vandaag 12 km; volgens De Reisleider is het echter maar 6 km. De wandelpaden zijn weer erg goed aangelegd en de hoogteverschillen worden weer voornamelijk met trappen bewerkstelligd. De bergen zien er hier heel anders uit dan in Wulingyuan, en ook heel anders dan in bv. de Alpen. Zie de foto's.


We wandelen uiteindelijk ongeveer 5 uur, en zijn rond 15 uur in ons hotel op 1653 meter hoogte. De Reisleider had gelijk: we hebben 6,5 km gelopen. 😄 En 510 meter geklommen, via 2570 traptreden. We zijn er echter nog niet, want na het eten willen we nog de zonsondergang meemaken (als het weer het toelaat), en dan moeten we vast nog meer klimmen...


We gebruiken de rest van de middag om uit te rusten en om onze kleren te laten drogen. René heeft een mobiele airco gevonden in een kast en die staat nu in de badkamer waar wij onze kleren hebben uitgehangen. Want hoewel het bovenop de berg hooguit 25 graden is, blijft het een vochtige lucht en zweten we behoorlijk.

We eten om een uur of 17, want om 18:15 uur gaat de zon onder en dat willen we meemaken. "Is 20 minuutjes lopen" zeggen ze bij de receptie. De menukaart is niet heel uitgebreid, dus we bestellen vis en witte rijst. Dan krijg je dus 4 hele vissen. We worden vanuit de keuken meewarig aangekeken als wij met 12 stokjes (2 eetstokjes en 10 vingers) die vissen te lijf gaan...


Het heeft tijdens het eten geregend en het is bewolkt en wat mistig, dus René vraagt zich af of het wel zin heeft, maar Astrid is vastberaden: "We gaan nog even naar buiten!". "Even" en "20 minuutjes"; hou vast die gedachte... Als we wederom zwetend boven op "Purple Cloud Peak" staan kunnen we weer 980 traptreden aan ons totaal toevoegen... 😅 Maar we lopen wel zonder onderbreking naar boven! Toppers! 😎 Het is echter zeker de moeite waard. Weliswaar zien we de zon niet onder de horizon zakken, maar wel achter de wolken verdwijnen en dat geeft net zo'n mooi effect. Purple Cloud Peak doet zijn naam eer aan! Weer terug in het hotel is het tijd om te douchen en uit te rusten. Wonderlijk genoeg is het internet hier van uitstekende kwaliteit, beter dan op veel plekken waar we geweest zijn. We gaan vroeg naar bed, want we krijgen morgen nog een vermoeiende dag en die willen we niet te laat starten.


Tips:

Als je het gebied van Huangshan wil bezoeken heb je echt minimaal 2 dagen nodig, anders ben je teveel tijd kwijt met heen en weer naar boven gaan. Je moet echter wel in een redelijke conditie zijn vanwege de vele trappen die op je pad komen. Maar het is zeer de moeite waard!
En als je hier dan toch 2 dagen bent, neem dan een overnachting op de berg. Het maakt niet veel uit in welk hotel, want ze zijn allemaal van dezelfde eigenaar. Het is zonde om uren kwijt te zijn aan (onnodig) heen en weer reizen. Plus dat je de kans hebt om een zonsondergang of zonsopkomst op de berg mee te maken.
Nog een voordeel van op de berg overnachten: iedere keer dat je het park betreedt betaal je toegang. Blijf je op de berg overnachten, dan betaal je dus maar één keer. Dat moet Nederlanders aanspreken, toch? 😉

Voor alle foto's en video's (40) van vandaag: klik hier.


Terug